Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [26]Wij [zijn] dwazen om Christus' wil, maar [27]gij zijt wijzen in Christus; wij zijn zwakken, maar gij sterken; gij zijt heerlijken, maar wij verachten. 26. Dat is, voor dwazen geacht van de wereld. 27. Namelijk naar uwe mening en inbeelding.